pantsier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pant·sier
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het pantsiero

  1. wapenrusting die het bovenlichaam beschermt
    • En hij had een koperen helm op zijn hoofd en hij had een schubachtig pantsier aan; en het gewicht van het pantsier was vijfduizend sikkelen koper; 
Synoniemen
  • pansier (uitspraakvariant)
  • pantser (meer gangbaar, via het Duits ontleend)
Hyponiemen
Meroniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen


Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

pantsier m

  1. wapenrusting die het bovenlichaam beschermt

Verwijzingen