pantserwants
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- pant·ser·wants
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pantser zn en wants zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pantserwants | pantserwantsen |
verkleinwoord | pantserwantsje | pantserwantsjes |
Zelfstandig naamwoord
- (halfvleugeligen) insect uit de familie Scutelleridae van wantsen, die behoort tot de onderorde wantsen (Heteroptera) en tot de orde halfvleugeligen (Hemiptera). De familie wordt ook wel met 'schildwantsen' aangeduid maar er zijn meer families die deze naam dragen wat tot verwarring leidt. De groep werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door William Elford Leach in 1815
Hyperoniemen
Hyponiemen
- gewone pantserwants, grote behaarde pantserwants, grote pantserwants, kleine behaarde pantserwants, schaarse pantserwants, zandzeggepantserwants
Gangbaarheid
- Het woord 'pantserwants' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.