pansfluit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

pansfluit
Uitspraak
Woordafbreking
  • pans·fluit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pansfluit pansfluiten
verkleinwoord pansfluitje pansfluitjes

Zelfstandig naamwoord

de pansfluitv / m

  1. (muziekinstrument) een blaasinstrument dat is samengesteld uit een reeks van eentonige fluiten
     De panfluit roept bij velen associaties op met ”Nederland zingt”, waar ze meestal gebruikt wordt voor het mediteren over en het begeleiden van geestelijke liederen. De pan(s)fluit bestaat al meer dan 2000 jaar.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

19 % van de Nederlanders;
22 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    S. M. W. Bezemer
    “Verso” (03-02-2010), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be