pan-

Niet te verwarren met: pan

Nederlands

Huidig bestand
26

Woordherkomst en -opbouw

• Een tatsam-afleiding van het Oudgriekse πᾶς.

Voorvoegsel

pan-

1. duidt alomtegenwoordigheid of algemeenheid aan

Hyponiemen

   

pan-Afrikaans pan-Germaans pan-Slavisch pan-Turks pan-hellenisme pan-indianisme panafrikanisme panamerikanisme panarabisme panarabist panbabylonisme panchromatisch pandemonium panegyricus panegyriek panegyrist panencefalitis panentheist pangenesis pangermanisme pangermanist pangermanistisch panhidrosis panoftalmie panofthalmie panoplie panorthodox panotypie panpneumatisme panpsychisme panslavisme panslavist panslavistisch pansofie pantelegraaf pantheïst pantheiste pantheïstisch pantomime pantomimiste pantoscoop pantropisch panturkisme panurgisch