palmzondag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • palm·zon·dag

Zelfstandig naamwoord

de palmzondagm

  1. verouderde spelling of vorm van Palmzondag vanaf 2006 tot 2015
Opmerkingen
  • Gelet op de toepasselijke spellingregels berustte de opname in de Woordenlijst Nederlandse taal (Groene Boekje) van 2005 vermoedelijk op een abuis.

Gangbaarheid