palissander

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·lis·san·der
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘houtsoort’ voor het eerst aangetroffen in 1658 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord palissander palissanders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het palissandero

  1. (plantkunde) Dalbergia op Wikispecies fijne, zeer harde en compacte tropische houtsoort voor meubels, siervoorwerpen, muziekinstrumenten, enzovoort
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen