paleozoïcum
Uiterlijk
- Geluid: paleozoïcum (hulp, bestand)
- IPA: /ˌpalejoˈzowikʏm/
- pa·leo·zoï·cum, pa·leo·zo·icum
- van Engels Palaeozoic in 1838 voorgesteld door de Engelse geoloog A. Sedgwick[1]; samenstellende afleiding van Oudgrieks παλαιός (palaiós) "oud" en ζωή (zoè) "leven" met het achtervoegsel -icum, dus: "tijdperk van het oude leven" [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paleozoïcum | - |
verkleinwoord | - | - |
het paleozoïcum o
- (geologie) geologisch tijdperk met grote verscheidenheid van leven in de zeeën, eerste era van het fanerozoïcum; van ongeveer 541 tot 242 miljoen jaar geleden
- De oudste massieven dateren uit het paleozoïcum (Sudeten), terwijl de hogere Karpaten bestaan uit jongere bergen van het alpiene type uit het tertiair. [3]
- Vóór 2006 was de spelling Paleozoïcum. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
- Vóór 1955 was de spelling Palaeozoïcum.
- primair (verouderd)
- era (geologie)
- fanerozoïcum
- cenozoïcum of kaenozoïcum
- mesozoïcum (verouderd: Secundair)
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Grace Wilmarth, M."The Geologic Time Classification of the United States Geological Survey Compared with Other Classifications" (1925) US Department of the Interior, Washington; p. 10; geraadpleegd 2016-02-02
- ↑ paleozoïcum op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Breuiller, J.F. e.a. (eds.)Polen (groene Gids Michelin) (2007) Uitgeverij Lannoo, Tielt; ISBN 9789020963984; p. 40; geraadpleegd 2016-01-26
- Het woord paleozoïcum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.