paleolithisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·leo·li·thisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van paleolithicum met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | paleolithisch | paleolithischer | |
verbogen | paleolithische | paleolithischere | |
partitief | paleolithisch | paleolithischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
paleolithisch
- betrekking hebbend op, voorkomend in het paleolithicum
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord paleolithisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.