palataal
Uiterlijk
- pa·la·taal
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gehemelte-’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
- van het Latijnse 'palatum' (gehemelte) met het achtervoegsel -aal [2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | palataal | palatalen |
| verkleinwoord | - | - |
- (fonetiek) spraakklank die gevormd wordt met de tong tegen het harde verhemelte
- palatale medeklinker, palatale spraakklank
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | palataal | palataler | palataalst |
| verbogen | palatale | palatalere | palataalste |
| partitief | palataals | palatalers | - |
palataal [4]
- (fonetiek) gevormd met de tong tegen het harde verhemelte
- Het woord palataal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "palataal" herkend door:
| 25 % | van de Nederlanders; |
| 33 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "palataal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ palataal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Achtervoegsel -aal in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Fonetiek in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 25 %
- Prevalentie Vlaanderen 33 %