paktouw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pak·touw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paktouw paktouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

paktouw o [1]

  1. touw dat men gebruikt om iets in te pakken
Uitdrukkingen en gezegden
  • met spuug en paktouw aan elkaar hangen
zeer ondeugdelijk gemaakt; houtje touwtje
•  Een woordvoerder van de Argentijnse marine bevestigt dat de vermiste duikboot ontploft moet zijn. De families van de omgekomen bemanningsleden richten hun woede op het leger. ‘Die smeerlappen hebben mijn broer vermoord in een onderzeeër die met spuug en paktouw aan elkaar hing!’ [2] 
•  Er komt steeds meer kritiek op de wettekst van de meerderheidspartijen, die abortus uit het strafwetboek haalt. Zowel in conservatieve als in progressieve hoek vindt men dat het compromis van dinsdag met spuug en paktouw aan elkaar hangt. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 24/11/2017 om 09:09 door Giselle Nath Families bemanning Argentijnse duikboot zijn woest nu alle hoop weg is
  3. De Standaard 09/07/2018 om 10:14 door Marjan Justaert Kritiek op abortusakkoord neemt toe
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be