pakt om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pakt om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ompakken

pakt (...) om

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ompakken
    • Jij pakt om. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ompakken
    • Hij pakt om. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ompakken
    • Pakt om! 

Gangbaarheid