pakketboot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pak·ket·boot
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘veerboot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1650 [1]
  • samenstelling van  pakket zn  en  boot  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pakketboot pakketboten
verkleinwoord pakketbootje pakketbootjes

Zelfstandig naamwoord

pakketboot v / m [3]

  1. (geschiedenis) (scheepvaart) een passagiersschip dat een regelmatige lijndienst onderhoudt tussen plaatsen van verschillende continenten tot vervoer van personen, post en goederen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen