pakhuis
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pak·huis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pak ww en huis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pakhuis | pakhuizen |
verkleinwoord | pakhuisje | pakhuisjes |
Zelfstandig naamwoord
pakhuis o
- een gebouw waar goederen worden opgeslagen
- ▸ Hij kon erg geestig en beeldend vertellen en beschreef hoe hij twintig jaar geleden in Londen zwaar in de ‘underground acid dance scene’ had gezeten, op illegale feesten in verlaten pakhuizen die soms wel drie dagen duurden.[1]
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord pakhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "pakhuis" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be