paintballt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paint·ballt

Werkwoord

vervoeging van
paintballen

paintballt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paintballen
    • Jij paintballt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paintballen
    • Hij paintballt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van paintballen
    • Paintballt!