pager

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

pager
Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord pager pagers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pagerm

  1. (communicatie) een apparaat dat kan worden gebruikt om iemand een signaal of een tekstbericht te sturen via een telefoonverbinding
     Volgens het OM stak de vrijwilliger van het brandweerkorps in Bedum eind 2010 en begin 2011 drie auto's in brand. Bij de eerste brand verloor hij zijn pager van de brandweer, waardoor hij als verdachte in beeld kwam.[1]
     De eerste BlackBerry zag het licht in 1999. Het apparaatje was toen eigenlijk nog een veredelde pager, maar was in staat om e-mails te versturen en op het internet te surfen. Het iconische toetsenbord leende zijn naam aan de reeks: de knopjes deden volgens de maker denken aan een braambes.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

43 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “'Brandweerman steekt zelf branden aan'” (09-06-2011), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Van Simon tot iPhone: zo evolueerde de smartphone in de afgelopen 25 jaar” (19-08-2019), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be