padieboer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·die·boer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | padieboer | padieboeren |
verkleinwoord | padieboertje | padieboertjes |
Zelfstandig naamwoord
de padieboer m
- (beroep) (landbouw) landbouwer die rijst verbouwt
- ▸ De Surinaamse Padie Boeren Associatie (SPBA) is een Surinaamse belangenorganisatie voor rijstboeren; padie is het Surinaamse woord voor ongepelde rijst.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord padieboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ padieboer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Surinaamse Padie Boeren Associatie” (geraadpleegd_2021), Wikipedia