paasnacht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- paas·nacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paasnacht | paasnachten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de paasnacht m
- de nacht waarin Jezus uit de dood herrees van de nacht van paaszaterdag naar eerste paasdag; de nacht van de paaswake
- 150 mensen laten zich tijdens paasnacht dopen en vormen: Omdat in meerdere bisdommen, vooral aan Waalse zijde, de cijfers van de volwassen vormelingen nog niet bekend waren, ligt het reële aantal zeker hoger en gaat het wellicht richting honderd, aldus Tertio, dat woensdag uitpakt met het cijfermateriaal. [2]
- Maken wij de kinderen wijs dat het de paashaas is die de eieren verstopt, in Frankrijk en België draait het om paasklokken. Die reizen op de avond van Witte Donderdag af naar Rome om de eieren te halen en keren in de paasnacht terug. [3]
Gangbaarheid
- Het woord paasnacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paasnacht" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 3 april 2012 kidr150 mensen laten zich tijdens paasnacht dopen en vormen
- ↑ De Telegraaf NIRBA KASS HANNA 31 mrt. 2015 Puntmutsen, boterlammetjes en creamy eggs
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be