paarlemoeren

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paar·le·moe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen paarlemoeren
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

paarlemoeren

  1. gemaakt van parelmoer
     “Lust je dat?” vroeg ik door de telefoon. “Ja hoor,” klonk het zwak. Een hapje van het paarlemoeren lepeltje, daar bleef het bij. Hij was opmerkelijk helder.[1]
  2. met de witte glans van parelmoer
     De lucht is een paarlemoeren laken, waar een diffuus wit licht doorheen filtert.[2]

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Chef-kok John Halvemaan (69) overleden. Een ode aan God” (06/02/2019), HP de Tijd
  2. Bronlink Weblink bron
    Bien Borren
    “Brave hendrik en schorseneren: iedereen aan de vergeten groenten” (18 januari 2015), Het Parool
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be