paached
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- paa·ched
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
paached
- (Jiddisch-Hebreeuws) in 'paached hebben': angst
- (Jiddisch-Hebreeuws) in 'paached zijn': bang, angstig
Verwante begrippen
- Bargoens: pages
Gangbaarheid
- Het woord 'paached' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.