Naar inhoud springen

přítomnost

Uit WikiWoordenboek
  • IPA: /pr̝̊iːtɔmnɔst/
  • pří·tom·nost
  • Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord přítomný met het achtervoegsel -ost

přítomnost v

  1. actualiteit; periode dicht bij het huidige moment
    «V přítomnosti v našem okolí nežijí žádné druhy chráněných živočichů.»
    Tegenwoordig leven in onze omgeving geen beschermde diersoorten.
  2. aanwezigheid; de toestand wanneer iemand of iets op een bepaalde plek aanwezig is op een bepaald tijdstip
    «Naší přítomnosti v hledišti si z herců nikdo nevšiml.»
    Geen van de acteurs merkte onze aanwezigheid in de zaal op.
  3. (taalkunde) tegenwoordige tijd; de aanduiding dat het huidige moment bedoeld wordt
    «Slovesa dokonavá nemohou vyjádřit skutečnou přítomnost
    Perfectieve werkwoorden kunnen geen werkelijke tegenwoordige tijd uitdrukken.
  1. současnost v, dnešek monbezield
  2. přítomný čas monbezield
  1. budoucnost v, minulost v
  2. nepřítomnost v, absence v
  3. budoucnost v, budoucí čas monbezield, minulý čas monbezield, minulost v