Naar inhoud springen

pěstí

Uit WikiWoordenboek
  • IPA: /pjɛsciː/
  • pě·s·tí

pěstí

  1. instrumentalis enkelvoud van pěst
  2. genitief meervoud van pěst

pěstí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord pěstit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord pěstit