pêche
Uiterlijk
- [A] via Oudfrans pesche van Laatlatijn persica "perzik", oorspronkelijk onzijdig meervoud van persicum, korte vorm van malum persicum "perzik" (letterlijk "Perzisch fruit") [1]
| enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|
| zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
| pêche | la pêche | pêches | les pêches |
[A] pêche v
- (plantkunde) perzik Prunus persica

- (spreektaal) mep, klap, tik
- «Ce flic a filé une pêche à Jacky.»
- Die smeris heeft Jacky een mep gegeven. [2]
- «Ce flic a filé une pêche à Jacky.»
- (spreektaal) zin, fut
- «J’ai la pêche depuis que j’ai repris le sport.»
- Ik voel me prima sinds ik weer aan sport doe. [2]
- «J’ai la pêche depuis que j’ai repris le sport.»
[B] pêche v
| vervoeging van |
|---|
| pêcher |
pêche
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van pêcher
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van pêcher
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van pêcher