oxaalzuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oxaal·zuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oxaal en zuur [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oxaalzuur | oxaalzuren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het oxaalzuur o
- (scheikunde) organisch zuur dat o.a. in rabarber en klaverzuring voorkomt
Vertalingen
1.
stellend | |
---|---|
onverbogen | oxaalzuur |
verbogen |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
oxaalzuur
- van oxaalzuur afgeleid
Gangbaarheid
- Het woord oxaalzuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oxaalzuur" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ oxaalzuur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheikunde in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 77 %
- Prevalentie Vlaanderen 83 %