oxaalzuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oxaal·zuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oxaalzuur oxaalzuren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het oxaalzuuro

  1. (scheikunde) organisch zuur dat o.a. in rabarber en klaverzuring voorkomt
Vertalingen
stellend
onverbogen oxaalzuur
verbogen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

oxaalzuur

  1. van oxaalzuur afgeleid

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen