oververzadigde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·ver·za·dig·de
Bijvoeglijk naamwoord
oververzadigde
- verbogen vorm van de stellende trap van oververzadigd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oververzadigen |
oververzadigde
- enkelvoud verleden tijd van oververzadigen
- Ik oververzadigde.
- Jij oververzadigde.
- Hij, zij, het oververzadigde.
- Ik oververzadigde.
- verbogen vorm van oververzadigd, voltooid deelwoord van oververzadigen