overtallig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  overtallig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• over·tal·lig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  over bw  en  tal zn  met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	overtallig	overtalliger	overtalligst
verbogen	overtallige	overtalligere	overtalligste
partitief	overtalligs	overtalligers	-

Bijvoeglijk naamwoord

overtallig

1. iets waarvan men een groter aantal heeft dan men nodig heeft; te veel

   • Als er niks gebeurt staan de 55 medewerkers van het Defensiecomplex Almelo per 1 januari volgend jaar op straat. Want dan wordt hun eenheid opgeheven. Maar het personeel van de opslag- en werkplaats voor overtallig legermaterieel op het Bedrijvenpark Twente houdt hoop.  
   • Op deze grond kunnen de productiemedewerkers worden ontslagen. De werkgever moet wel aantonen dat de robot nodig is voor een doelmatige bedrijfsvoering en dat de arbeidsplaatsen hierdoor vervallen. Ook moet hij aantonen dat hij zijn best heeft gedaan om de zes overtallige productiemedewerkers - eventueel met behulp van scholing - binnen zijn onderneming te herplaatsen.  

Synoniemen

• overcompleet, redundant, overbodig, onnodig, overtollig, overdadig

Afgeleide begrippen

• overtalligheid

Gangbaarheid

• Het woord overtallig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overtallig" herkend door:

85 %	van de Nederlanders;
81 %	van de Vlamingen.