overstelpten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·stelp·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overstelpen |
overstelpten
- meervoud verleden tijd van overstelpen
- Wij overstelpten.
- Jullie overstelpten.
- Zij overstelpten.
- Wij overstelpten.
vervoeging van |
---|
overstelpen |
overstelpten