overstag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·stag
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

overstag

  1. (scheepvaart) door de wind, over de andere boeg
Spreekwoorden
  • overstag gaan
(scheepvaart) de boeg van het schip door de wind heen draaien
(figuurlijk) van mening veranderen
  • iemand overstag helpen
(figuurlijk) iemand een beentje lichten
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen