overschrijden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·schrij·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overschrijden
overschreed
overschreden
klasse 1 volledig

Werkwoord

overschrijden

  1. overgankelijk de overzijde van een grens betreden
    • Het begrote bedrag werd net niet overschreden. 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be