overschouwde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·schouw·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overschouwen |
overschouwde
- enkelvoud verleden tijd van overschouwen
- Ik overschouwde.
- Jij overschouwde.
- Hij, zij, het overschouwde.
- Ik overschouwde.
vervoeging van |
---|
overschouwen |
overschouwde