overschatting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·schat·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van overschatten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overschatting | overschattingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het overschatten
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord overschatting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.