overmeesterden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·mees·ter·den

Werkwoord

vervoeging van
overmeesteren

overmeesterden

  1. meervoud verleden tijd van overmeesteren
    • Wij overmeesterden. 
    • Jullie overmeesterden. 
    • Zij overmeesterden.