overlijdenskans
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overlijdenskans (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovərˈlɛɪdənsˌkɑns / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- over·lij·dens·kans
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van overlijden zn en kans zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overlijdenskans | overlijdenskansen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) waarschijnlijkheid dat iemand dood gaat
- ▸ De overlijdenskans bij een operatie is afhankelijk van hoe lang het geleden is dat iemand positief testte op het virus. Voor mensen die een operatie ondergaan en nul tot twee weken eerder positief testten op corona, is de overlijdenskans 4,1 procent.[1]
- (demografie) gedeelte dat van een bepaalde groep mensen in een bepaalde periode dood gaat
- ▸ De vaststelling van premies voor levensverzekeringen was gebaseerd op de overlijdenskans per leeftijdscategorie. Die kans was gelijk aan de verhouding van het aantal in jaar X overleden personen met het geboortejaar Y tot het aantal nog levende personen met hetzelfde geboortejaar op 1 januari van jaar X.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'overlijdenskans' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Flóri Hofman“Coronapatiënten lopen meer kans om te overlijden bij operatie” (10 maart 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron J.W. Schot e.a. (red.)De opkomst van de moderne administratie 1880-1914 in:O. de Wit & H. BuiterTechniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 1. Techniek in ontwikkeling, waterstaat, kantoor en informatietechnologie. (1998), Stichting Historie der Techniek, Eindhoven / Walburg Pers, Zutphen, ISBN 90.5730.036.2, p. 230
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 15
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 6 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Demografie in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal