overlevingskracht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·le·vings·kracht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van overleving zn en kracht zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overlevingskracht | overlevingskrachten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het vermogen van iets of iemand om te blijven bestaan zonder te verdwijnen of te sterven ondanks moeilijke omstandigheden
- ▸ De vraag was hoe deze traditie zo'n sterke overlevingskracht kon hebben.[1]
Gangbaarheid
- Het woord overlevingskracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044633535