overlegden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overlegden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·leg·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overleggen |
overlegden
- meervoud verleden tijd van overleggen
- Wij overlegden.
- Jullie overlegden.
- Zij overlegden.
- Wij overlegden.
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overleggen |
overlegden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overleggen
- ...dat wij overlegden.
- ...dat jullie overlegden.
- ...dat zij overlegden.
- ...dat wij overlegden.