overkwamen
Uiterlijk
- Geluid: overkwamen (hulp, bestand)
- over·kwa·men
vervoeging van |
---|
overkomen |
overkwamen
- meervoud verleden tijd van overkomen
- Wij overkwamen.
- Jullie overkwamen.
- Zij overkwamen.
- Wij overkwamen.
vervoeging van |
---|
overkomen |
overkwamen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overkomen
- ...dat wij overkwamen.
- ...dat jullie overkwamen.
- ...dat zij overkwamen.
- ...dat wij overkwamen.
- Het woord overkwamen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.