Naar inhoud springen

overkwamen

Uit WikiWoordenboek
  • over·kwa·men
vervoeging van
overkomen

overkwamen

  1. meervoud verleden tijd van overkomen
    • Wij overkwamen. 
    • Jullie overkwamen. 
    • Zij overkwamen. 
vervoeging van
overkomen

overkwamen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overkomen
    • ...dat wij overkwamen. 
    • ...dat jullie overkwamen. 
    • ...dat zij overkwamen.