overhoorden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overhoorden (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovərˈhordə(n) / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌovərˈho̝rdə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌovərˈhordə(n)/
Woordafbreking
- over·hoor·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overhoren |
overhoorden
- meervoud verleden tijd van overhoren
- Wij overhoorden.
- Jullie overhoorden.
- Zij overhoorden.
- Wij overhoorden.