overheidsgebouw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·heids·ge·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overheidsgebouw overheidsgebouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het overheidsgebouwo

  1. een gebouw dat in gebruik is bij de overheid vaak gaat het om grote gebouwen die ook een symbolische waarde hebben
    • Zelfs premier Saulius Skvernelis deed mee aan de grappenmakerij met een foto van een gebouw van de Europese Commissie in Brussel. "Vanaf morgen werken we in een nieuw overheidsgebouw in Karoliniskes" (een buitenwijk van de hoofdstad Vilnius), schreef hij daarbij. [1] 
    • Bij de aanslag in San Bernardino kwamen in 2015 14 mensen om het leven, doordat een geradicaliseerd echtpaar het vuur opende in een overheidsgebouw. Het stel kwam uren later om het leven bij een schotenwisseling met de politie. [2] 
    • Volgens het ministerie van Justitie ontvreemdde de 25-jarige Reality Leigh Winner documenten over Russische hackpogingen uit een overheidsgebouw in de staat Georgia en speelde deze door aan het onlinenieuwsmedium The Intercept. [3] 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen