overgrootvader
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overgrootvader (hulp, bestand)
- IPA: /ˈovərɣrotˌvadər/
Woordafbreking
- over·groot·va·der
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vader van iemands grootvader of grootmoeder’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
- samenstelling van over en grootvader
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overgrootvader | overgrootvaders |
verkleinwoord | overgrootvadertje | overgrootvadertjes |
Zelfstandig naamwoord
overgrootvader m
- (familie) een vader van een grootouder
- ▸ Henny Huisman kwam er via verslaggevers van Shownieuws achter dat hij overgrootvader werd. Dat vertellen zijn kleindochter Emma (19, links op de foto) en haar vriend Maurits zondag in een YouTube-video.[2]
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een vader van een grootouder
Gangbaarheid
- Het woord overgrootvader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "overgrootvader" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron “Henny Huisman hoorde van Shownieuws dat hij overgrootvader werd” (10 juli 2022), NU.nl