overgankelijker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overgankelijker (hulp, bestand)
- IPA: /ˌovərˈɣɑŋkələkər/
Woordafbreking
- over·gan·ke·lij·ker
Woordherkomst en -opbouw
- overgankelijk met het achtervoegsel -er
Bijvoeglijk naamwoord
overgankelijker
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van overgankelijk