overcompenseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·com·pen·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overcompenseren |
overcompenseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overcompenseren
- Jij overcompenseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overcompenseren
- Hij overcompenseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overcompenseren
- Overcompenseert!