overbrugging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·brug·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van overbruggen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overbrugging | overbruggingen |
verkleinwoord | overbrugginkje | overbrugginkjes |
Zelfstandig naamwoord
de overbrugging v
- het maken van een verbinding tussen twee zaken die niet aan elkaar zitten, ook in figuurlijke zin
- Hij probeerde een overbrugging te maken tussen de vijandige partijen.
- De overbrugging van de Maas was een belangrijke stap in de ontwikkeling van Rotterdam.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord overbrugging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.