ovenkoek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oven·koek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oven en koek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ovenkoek | ovenkoeken |
verkleinwoord | ovenkoekje | ovenkoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de ovenkoek m
- (voeding) ronde platte koek van tarwemeel die tegelijk met het brood in de oven wordt gebakken en die warm wordt gegeten
Gangbaarheid
- Het woord 'ovenkoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.