outplacement

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • out·place·ment
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘ontslagbegeleiding’ voor het eerst aangetroffen in 1989 [1]
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord outplacement
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de outplacementv / m

  1. begeleidende diensten om ontslagen of met ontslag bedreigde werknemers te helpen bij het vinden van een nieuwe betrekking of bij het opstarten van een activiteit als zelfstandige
    • De bonden zijn kwaad, omdat ze het bod dat de Nalco-directie heeft gedaan veel te laag vinden. “Ze bieden de wettelijke transitievergoeding, willen outplacement betalen en geven een tekenbonus. Maar wie van de werknemers niet wil tekenen, verspeelt de bonus. Zo wordt het personeel onder druk gezet”, zo schets vakbondsbestuurder Van Dijk. [2] 
  2. mensen officieel in dienst laten zijn van een ander bedrijf dan het bedrijf waar ze daadwerkelijk werken
    • ‘Dit leidt tot onrust, dat begrijp ik’, antwoordde Vandeput in de Kamer op vragen van Yüksel. ‘Maar we zijn geen onmensen. In de aanbesteding is daarom opgenomen dat een aantal mensen kan overgaan naar een andere werkgever, ter plaatse. Dat is dan het zogenaamde outplacement. Zij zullen daardoor niet van plaats veranderen, maar desgevallend wel van werkgever.’[3] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen