ouderschap
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ouderschap (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ou·der·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ouderschap | ouderschappen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ouderschap o
- alles wat met het ouder zijn te maken heeft
- In het Burgerlijk Wetboek (BW) staat het juridische ouderschap centraal.[1]
Hyponiemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. alles wat met het ouder zijn te maken heeft
Gangbaarheid
- Het woord ouderschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ouderschap" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ rijksoverheid.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be