ossi

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • os·si
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van oost met het achtervoegsel -i
enkelvoud meervoud
naamwoord ossi ossi's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ossim

  1. (informeel) Duitser uit de voormalige DDR
    • Duitsland viert zondag de twintigste verjaardag van zijn eenwording. Reden voor een feestje, want na jaren vervreemding tussen Ossi’s[sic!] en Wessi’s[sic!] zijn de ergste integratiestuipen voorbij en is er een ontspannen Duitsland ontstaan. [1] 
    • Oktober 2009 kon ik het een beetje goedmaken. 3 oktober is namelijk de officiële feestdag van de Duitse hereniging, de Dag van de Duitse Eenheid. Toevalligerwijs was ik die hele maand op uitnodiging van het Nederlandse Letterenfonds writer in residence in Berlijn. Opeengepakt tussen duizenden ossies [sic!] en wessies [sic!] vierde ik bij de Brandenburger Tor de 20e herenigingdag mee. [2] 
Antoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. HP de Tijd DIRK JAN VAN BAAR 1 OKT 2010 Duitse taboes
  2. HP de Tijd JOHANNA GEELS 9 NOV 2014 ‘Van Raider naar Twix, verder veranderde er voor jullie niks’