oscillator

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • os·cil·la·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oscillator oscillatoren
oscillators
verkleinwoord oscillatortje oscillatortjes

Zelfstandig naamwoord

de oscillatorv

  1. (natuurkunde) een electronisch apparaat of schakeling voor het opwekken van een wisselspanning van een bepaalde frequentie
    • In menig elektronisch apparaat (radiozender, computer, tijdmeter enz.) is de functie van de oscillator onmisbaar. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid