orthopedagoog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- or·tho·pe·da·goog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | orthopedagoog | orthopedagogen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de orthopedagoog m
- (beroep) beoefenaar van de orthopedagogiek
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord orthopedagoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.