orofaciaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: orofaciaal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- oro·fa·ci·aal
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | orofaciaal | orofacialer | meest orofaciaal |
verbogen | orofaciale | orofacialere | meest orofaciale |
Bijvoeglijk naamwoord
orofaciaal
- (medisch) met betrekking tot de mond en het gelaat
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'orofaciaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.