Naar inhoud springen

ornitolog

Uit WikiWoordenboek
  • or·ni·to·log
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ornitolog     ornitologen     ornitologer     ornitologene  
genitief   ornitologs     ornitologens     ornitologers     ornitologenes  

ornitolog m

  1. (beroep) ornitholoog


  • or·ni·to·log
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ornitolog     ornitologen     ornitologar     ornitologane  

ornitolog m

  1. (beroep) ornitholoog