ornaat

Uit WikiWoordenboek
Karel Egon zu Fürstenberg II in het ornaat van een ridder in de Orde van het Gulden Vlies

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·naat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ornaat -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ornaato

  1. de kleding die bij een ambt of waardigheid behoort (bijvoorbeeld het ornaat van een ridderorde of een koningschap)
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • In vol ornaat
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen